Bidden in de nacht

Iedere nacht wel eens in het duister

Open ik mijn oren en luister,

Ben ik op zoek naar contact met Onze-Lieve-Heer,

Kniel ik in gedachten voor hem neer.

 

Al snel wil ik toch maar zelf beginnen.

Die onrust zit nu eenmaal bij me binnen.

Natuurlijk heb ik geleerd niet te vragen,

Maar een gebed voor anderen zal toch wel slagen?

 

In mijn hoofd spring ik van de hak op de tak.

Woorden vergroten en verkleinen met gemak.

Soms zijn ze verpakt in een regenboog

En zie ik wonderlijke kleuren in mijn oog.

 

Mijn bidden is wat ongecoördineerd

En niet altijd even geconcentreerd,

Maar ik ervaar Uw steun en kracht.

U heeft weer rust gebracht.

 

Lamp? Bloem? Zon?

Het is rood.

Het is groot.

Het hangt in zwart.

Het heeft een geel hart.

 

Verpakt in gekleurd papuier

Bracht jij het hier

En jezelf, ongedacht,

Een uur eerder, niet verwacht.

 

Ik kom positieve energie stralen.

Zo kunnen jullie steeds een portie halen.

Voelen jullie hoe het werkt?

Voel je dat het je sterkt?

 

Wij vinden het heerlijk, grietje.

En zo te zien geniet je

Van onze blijdschap om jou,

Dochter van wie ik hou.

 

Fantasie

Zal ik mijn fantasie uit wandelen sturen?

Zo maar, de deur uit voor een paar uren,

Rustig overal naar binnen gluren

Of tijden over het water laten turen?

 

Zal ik mijn fantasie een avontuur laten beleven?

Zo maar, iets spannends meegeven,

Waar het misschien ook wel wat van moet beven,

Maar dat boeit als het leven?

 

Zal ik mijn fantasie op vakantie laten gaan?

Zo maar, een paar dagen hier vandaan

Om frisse lucht en energie in te slaan

Of gewoon te genieten van de maan?

 

Zal ik mijn fantasie een verhaal laten verzinnen?

Zo maar, een grappig verhaal over pinnen,

Een heel spannend verhaal over winnen

Of een heel lief verhaal over beminnen?

 

Wakker worden

Blij kijk ik om me heen.

Ik lig hier niet alleen.

Ik voel je been en arm,

Hoor je ademen, warm.

 

Wakker worden bij jou is een wonder.

Natuurlijk was het altijd al bijzonder,

Maar nu is het telkens een gebeurtenis

Die voor mij geweldig is.

 

Goedemorgen, een kus, een lach.

Zo beginnen we de nieuwe dag.

En samen, want het voelt zo hecht,

Gaan we door met ons gevecht.

 

Chemo 2

Opgesloten in mijn lichaam

Woedt een gevecht,

Een gevecht, hard, niet eenzaam,

Wel samen en hecht.

 

Hoe kan ik dat gevecht steunen?

Hoe moet ik helpen?

Hoe moet ik op anderen leunen?

Laat ik me door het gevecht overstelpen?

 

Stil hang of zit ik,

Staar of lees,

Lig en pit ik

En in mijn lichaam woedt die race.

 

Moet ik wachten op nieuwe energie?

Moet ik daarvoor moeite doen?

Komt die opeens, als magie

Of is wachten tijd verdoen?

 

Leren lopen

Onmacht

Iedere stap

Concentratie en kracht

 

Draaien

Beetje bij beetje

Wiebelig zwaaien

 

Opgelet

Naar voren

Eerste schuifel gezet

 

Voetje voor voetje

Heel langzaam

Dat moet je

 

En maar concentreren

Moeilijk

Lopen leren

 

Confrontatie

Confrontatie als ik hem zie.

Boosheid, woede, frustratie

Om wat mijn lief is overkomen,

Een scenario, waarvan ik niet had kunnen dromen.

 

Mijn woede krijgt een gezicht.

Het liefst sla ik zijn ogen dicht,

Wens hem een afgrijselijke nachtrust

En een hele slechte eetlust.

 

Als, als, als die arrogante kwast ……

Dan zaten wij nu minder in last.

Als, als, als mijnheer de specialist …..

Het liefst zag ik u gekist.

 

Confrontatie als ik hem zie.

Waar laat ik mijn agressie?

Hoe reken ik af met dit kwaad

Dat me van top tot teen raakt?

 

Vreemde nacht

Vreemde nacht.

Slaap ik?

Droom ik?

Kamer? Bed?

Iemand die op me let.

Goed voor je.

 

Vreemde nacht.

Hoe ben ik?

Wie ben ik?

Ziekenhuisbed?

Niemand die op me let.

Niet goed voor me.

 

Vreemde nacht.

Bal van witte schorten.

Dans van witte jassen.

Ik ben het middelpunt.

Dat is me gegund.

Goed voor me?

 

Witte donderdag

Steeds meer lentebloemen, fris en geel.

Ook andere kleuren fleuren het geheel.

Vrolijk kijken ze je tegemoet

Met Nemo, haasjes, kusjes. Het doet me goed.

 

Buiten zit achter een dikke ruit.

Daar davert verkeer zonder geluid.

Daar in het groen, maar ik kan het niet horen,

Wordt de nieuwe lente geboren.

 

Hoe tegendraads is mijn eigen stemming.

Zo onzeker over mijn lotsbestemming.

Lekker, morgenmiddag weer naar huis.

Heerlijk! Weg uit het ziekenhuis.

 

Blokweikinderen hebben aan ons gedacht.

Ze hebben de patiënten een Paasverrassing gebracht.

Dat brengt de hoop op nieuw leven.

Mag deze Pasen ons dat geven.

 

Mars der medici

Wij controleren

Wij frustreren

Je bestaan

 

Jij kunt niet weten

Jij moet vergeten

Je bestaan

 

Wij verordonneren

Wij pardonneren

Vooruit, je bestaan

 

Wij mobiliseren

Wij politiseren

Je bestaan

 

Jij dacht te weten?

Jij moet vergeten

Je bestaan

 

Wij marcheren

Wij koeioneren

Je bestaan

 

Wij garanderen

Zonder mankeren

Ons bestaan

 

En jij? Jij dacht te weten?