Afscheid 3

Voor mij wat snel en onverwacht

Werd ik bij jullie binnengebracht.

Met goede verzorging en een vriendelijk woord

Hielden jullie me binnenboord.

Hoewel, zo mobiel ben ik nog niet

Zoals ieder geregeld ziet.

 

Wij bedanken jullie voor wat je doet.

Weet: het doet ons goed.

 

Afscheid 2

Jullie boden een veilige haven

In mijn onvrijwillig hotel.

Bij jullie mochten we ons laven

Aan jullie zorg, aandacht. Weg uit de hel.

 

Tien dagen mocht ik bij jullie blijven.

Overplaatsing naar Interne werd een feit.

Graag willen wij jullie bedanken met dit schrijven.

Denk af en toe aan ons bij onze verdere strijd.

 

Kanjer

Mijn hart klopt trots en fier

Onze kanjer staat hier

Gestoken in een fraai kostuum

Maakt hij het ziekenhuis immuun

 

Hij brengt de wereld van buiten binnen

Hij verzet daarmee onze zinnen

Weg even van ziekte en emotie

Naar ontwikkeling en commotie

 

Zijn enthousiasme werkt voor ons als laven

Even niet meer in onze zorgen begraven

Toch zien we ook zijn zorgen voor vader en moeder

Hij voelt zich zeker onze hoeder

 

Hem zo te zien. Hem zo te horen

We zwellen van trots van teen tot oren

Onze harten kloppen trots en fier

Onze zoon is hier

 

Routine

Boterhammetje wordt routine

Boterhammetje met margarine

Boterhammetje met snikken

Boterhammetje niet stikken

 

Kopje koffie wordt routine

Kopje koffie met cafeïne

Kopje koffie met een brok

Kopje koffie, grote slok

 

Pilletje, pilletje wordt routine

Pilletjes met heel veel ………ine

Pilletjes van heel veel nut

Pilletjes? Zaten ze maar in de koffieprut

 

Chemo

Gisteren is het gestart

Daar zaten we met blij en droevig hart

Blij: de behandeling is begonnen

Droevig: Kahler is niet zo maar overwonnen

 

Langzaam nadert de roze vloeistof

Door de slangetjes naar de doolhof

Van vaten, aderen en huid

Moet zijn werk doen zonder geluid

 

Die start is dubbel in ons beleven

Kunstmatig moet leven geven

Al die kwade cellen moeten verdwijnen

Om de zon te laten schijnen

 

Nu maar van moment naar moment

Daar raakten we al een beetje aan gewend

Gelukkig geeft elke dag ook veel goed

Dat merken geeft ons moed

 

Verpleegkundigen

Aandacht

Zorgzaam

Lief

 

Vrolijk

Peinzend

Lach

 

Wapperende haren

Kekke bril

Blik: stil

 

Intense ogen

Op bed gericht

Even verlicht

 

Kan ik iets doen

Laat het even weten

Tot straks

 

Even ontspannen

U staat centraal

Rustig maar

 

Even steunen

Het gaat al goed

Roept U

 

Lekker slapen

Ik stop U in

Goede wacht

 

Begin van het gevecht

Ik kijk een andere ruimte rond,

Onbestemd, geen vaste grond

Onder de voeten van ons bestaan.

Zo onzeker hoe het verder zal gaan.

 

Gelukkig. Mijn liefste is bij me.

Haar blik: ik hou van je,

Van hieruit gaan we het gevecht aan

Om die gemene ziekte te verslaan.

 

Ons voornemen is ijzersterk.

Schouders eronder, aan het werk!

Samen baden we om kracht,

Samen bij dezelfde macht.

 

Heer, blijf bij ons. Het is de Goede Week.

Laat ons alstublieft niet in de steek.

Onze ellende bracht ook veel goed.

U gaf ons telkens weer moed.

 

Cadeautje

Ik zie een beeld van Onze-Lieve-Heer. Ik zie hem als een vaderlijk figuur met golvend haar, lange baard en vriendelijke ogen onder zijn wenkbrauwen. Hij zit aan het hoofd van een tafel. Aan de lange kant, rechts van hem, zit een oud vrouwtje, die hij moeder Boeken noemt. Aan de andere kant zit ook een oude vrouw, mijn moeder.

“Vrouw Boeken, waarmee kan ik u nu eens lekker verwennen”? vraagt Onze-Lieve-Heer. Oh, een heerlijke ham-kaascroissant! Daar heb ik allang zo’n trek in”. Onze-Lieve-Heer wenkt Gabriël. “Jij bent zo’n goede boodschapper. Wil jij ervoor zorgen dat mevrouw Boeken haar ham-kaascroissant krijgt met alle egards”? Hij wendt zich tot mijn moeder. “En u, mevrouw Arts, waarmee kan ik u een plezier doen”? “Een Belgische kersenbonbons, waarvan ik geen hoofdpijn krijg, zou dat kunnen”? “Rafael, dat kun jij vast wel verzorgen. En dames een lekker kopje koffie lust u er ook vast wel bij”?

De dames zitten te smullen. Onze-Lieve-Heer roert bedachtzaam in zijn koffie. “Weet u, waarom u samen hier aan tafel zit? Neen? U maakt zich zorgen om één kind in het bijzonder. En die kinderen liggen in hetzelfde ziekenhuis, op dezelfde afdeling. Eigenlijk wilt u graag, dat ik die zorgen van u wegneem. Dat is toch zo”? Beide moeders knikken ja. Maar inmiddels hebben ze zoveel hemelervaring, dat ze weten dat aardse zorgen nodig zijn. Daar word je beter van. Maar nu Onze-Lieve-Heer er zelf over begint, alsjeblieft!

Onze-Lieve-Heer schudt zijn hoofd. Neen, hij kan de zorgen niet wegnemen. Hij kan ze alleen maar verlichten door kracht te geven. En kijk, deze aandacht en een klein beetje verwennen geven toch kracht?

 

Afscheid

Onverwacht rijd ik door de gang.

Dat ik overgeplaatst werd, wist ik allang.

Zo snel na terugkomst valt dat tegen.

We hoopten nog intiem tot een uur of negen.

 

De verpleging is druk in touw.

Heeft eigenlijk geen tijd voor dat gesjouw.

Een enkeling ziet en wenst het beste.

Meer gelegenheid hebben ze niet voor hun geste.

 

Wisseling van de wacht is aanstaande.

Met drieën wachten aan de

Deur naar het liftportaal. Het beste! Bedankt!

Afsluiting van tiendaags verblijf. Niet eens gejankt.

 

Ik voel me vreemd en leeg

Bij het verlaten van de ruimte waar ik zoveel kreeg.

Zorg, bemoediging, ruimte voor ons,

Steeds ondersteuning zonder gefrons.

 

Ieder van hen zou ik willen bedanken.

Even teruggeven, wat we aan hen hebben te danken.

Vandaag zit dat er dus niet in

En dat is niet naar onze zin.

 

Ochtendritueel

Een beschuitje met pure hagelslag

Besluit het ontbijt van deze dag.

Het smaakt, al voel ik me alleen

Ondanks de zorg om me heen.

 

Om half acht klinkt het “goedemorgen”.

Een spannende dag met vast veel zorgen.

Ik ben meteen bereid tot reactie.

Dat is de bedoeling. Drukke dag. In actie!

 

In mijn hoofd voel ik me wel oké.

Is mijn lichaam het daarmee eens? Neen.

Mijn scheerschuim rolt uit mijn hand.

Toch nerveus. Voorzichtig weer op het plankje belandt.

 

Even later glipt mijn doucheschuim weg.

Laat je zenuwen maar gaan, zeg.

Controle is voor mij vandaag niet nodig.

Eigenlijk is die volstrekt overbodig.

 

Die spanning in mijn lijf is niet verkeerd,

Dat heb ik ondertussen wel geleerd.

Ik hoop dat die ook helpt bij het verwerken

En ons zal versterken.